-
1 afdingen
♦voorbeelden: -
2 afdingen
1 〈 overgankelijk werkwoord〉 bring/knock down; 〈 onovergankelijk werkwoord〉 bargain/haggle (with someone)♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 daar valt niets op af te dingen • 〈 niets aan te veranderen〉 that is not negotiable; 〈 uitstekend in orde〉 that's fine as it is -
3 afdingen
отторговать, выторговать; торговаться; сбивать; выторговывать; умалять; уменьшать значение* * *гл.1) общ. торговаться, сбивать (цену), выторговывать2) перен. умалять, уменьшать значение -
4 afdingen
I.feilschenII.handeln [feilschen, den Preis herunterhandeln] -
5 afdingen
v. bargain, cheapen, haggle, argue over a price or condition -
6 afdingen
ww -
7 afdingen
1) köpslå2) avslut3) dagtinga -
8 afdingen
pazarlık etmek v -
9 afdingen
marchander -
10 ik wil niets afdingen op zijn verdiensten
мест.Dutch-russian dictionary > ik wil niets afdingen op zijn verdiensten
-
11 cjenkati se
afdingen -
12 haggle
v. knibbelen, pingelen, afdingenhaggle1[ hægl] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————haggle2〈 werkwoord〉1 kibbelen2 knibbelen ⇒ pingelen, afdingen♦voorbeelden: -
13 knock down
vellen, neervellen, neerhalen, tegen de grond slaan, vloeren; bekritiserenknock down3 aanrijden ⇒ omver/overrijden4 naar beneden krijgen ⇒ afdingen/pingelen♦voorbeelden: -
14 marchander
marchander [maarsĵãdee]1 (af)dingen ⇒ loven en bieden, pingelen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉v -
15 feilschen
-
16 выторговывать
vgener. afkrijgen, beknibbeien, afdingen, afknibbelen, afpingelen, pingelen -
17 сбивать
v1) gener. afdingen (öåíó), afslaan, doorlopen, ineenslaan, neerschieten (выстрелом), neerslaan, (iem.) van de goede weg afbrengen, (iem.) van het goede pad afbrengen, afhouden (с пути), afsteken, beknibbeien (öåíó), karnen (масло), neervellen, omgooien, slaan (масло)2) liter. uit het veld slaan -
18 торговаться
vgener. afdingen, afpingelen, dingen, knibbelen, loven en bieden, marchanderen, pingelen -
19 умалять
-
20 уменьшать значение
vliter. afdingenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > уменьшать значение
Страницы